Asymmetrische ontwikkeling
Soms verloopt de motorische ontwikkeling van een kind niet helemaal gelijkmatig. Dat kan komen doordat de ene kant van het lichaam sterker of gespannener is dan de andere kant. Ook kan het hoofd, de rug of de benen een beetje scheef staan.
Bij jonge kinderen kan dit de normale ontwikkeling van bewegen verstoren. Daarom is het belangrijk om er op tijd bij te zijn en zo nodig hulp in te schakelen.
Asymmetrische ontwikkeling bij jonge kinderen
Tijdens de groei en motorische ontwikkeling van je kind kunnen er soms scheefstanden of verschillen tussen de linker- en rechterkant van het lichaam ontstaan. Dit noemen we een asymmetrische ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan verschillen in spierkracht of spierspanning, of een scheve houding van het hoofd, de rug, het bekken of de benen.
Bij jonge kinderen kan zo’n scheefstand de normale ontwikkeling van bewegen nadelig beïnvloeden. Je kunt het bijvoorbeeld merken bij het drinken aan borst of fles, bij het aan- of uitkleden, of bij het liggen in verschillende houdingen. Hoe eerder dit wordt opgemerkt, hoe beter – op tijd ingrijpen kan namelijk veel problemen voorkomen.
Waarom een symmetrische ontwikkeling zo belangrijk is
De ontwikkeling van een kind is ook gericht op het bewegen met beide armen en beide benen evenveel. Symmetrisch dus. Zo is het belangrijk dat een kind, wanneer het op zijn rug ligt, zijn handen samen kan brengen vóór zijn ogen. De ogen en de handen kunnen dan samen gaan werken in het ontdekken van zijn eigen lichaam en de wereld om hem heen.
Ook de samenwerking van beide benen is belangrijk voor zijn ontwikkeling. Voor het leren kruipen en overeind komen zijn evengoed werkende benen en armen belangrijk.
Let bijvoorbeeld op de volgende signalen:
- Het hoofd of lichaam staat scheef
- Je kind kijkt of draait het hoofd vooral naar één kant
- De schedel van je kind wordt aan één kant platter
- De romp maakt een soort ‘banaanvorm’ naar één kant
- Het bekken of de benen liggen vaak naar één kant gedraaid
- Eén been lijkt langer dan het andere
- De spieren aan één kant van het lichaam zijn gespannen
- Je kind gebruikt één arm of been duidelijk minder
🧡 Twijfel je of de houding of bewegingen van je kind normaal zijn? Wacht dan niet te lang. Neem contact op met het consultatiebureau of de jeugdarts, die kan je – indien nodig – verwijzen naar bijv. een kinderoefentherapeut.
Vroeg signaleren maakt echt verschil!
Voor meer informatie kun je ook de pagina over scoliose – een zijdelingse verkromming van de wervelkolom – bekijken.
Een paar tips voor thuis:
- Leg je baby regelmatig op een stevige ondergrond, zoals een speelkleed of vloerkleed. Zo heeft hij genoeg ruimte om te bewegen.
- Laat je baby niet te lang in een wipstoeltje of maxicosi. Daarin kan hij zich minder goed bewegen.
- Kleed je baby lekker makkelijk, zodat hij vrij kan bewegen. Trek ook af en toe de sokjes uit – zo kan hij zijn voetjes ontdekken!